Het Heilige Licht in Jeruzalem
Op Stille Zaterdag, de zaterdag voor Pasen, rond het middaguur betreedt de Orthodoxe Patriarch of een andere Orthodoxe Aartsbisschop binnen in het Heilige Sepulcrum. Hij draagt dan speciale gebeden voor en blijft wachten. Soms duurt het wachten lang, maar soms gaat het heel snel. De menigte, die wacht in een donkere kerk, herhaalt constant met luide stem: "Heer heb genade" (Kyrie eleison).
Op een bepaald moment zal het Heilige Licht dan flitsen vanuit de diepte van het Heilige Sepulcrum en op een bovennatuurlijke wijze het olielampje, dat aan de rand ervan staat, miraculeus doen ontbranden. De Patriarch (of Aartsbisschop) steekt dan, nadat hij nog wat gebeden heeft gezegd, de twee bundels van 33 kaarsen aan die hij al die tijd heeft vastgehouden. Daarna verdeelt hij, onder het gebeier van de klokken, luid gejuich en ongebreideld enthousiasme het Heilige Licht onder de vele pelgrims, die het zeer geƫmotioneerd in ontvangst nemen.
Dit goddelijke licht heeft een aantal eigenschappen: zodra het verschijnt heeft het een blauwige nuance en brandt niet echt. De eerste momenten na zijn verschijning kan het het gezicht, de mond of de handen raken zonder te verbranden. Dit is het bewijs van zijn goddelijke en bovennatuurlijke oorsprong. Bovendien verschijnt het Heilige Licht alleen bij de invocatie van een Orthodoxe Aartsbisschop. Elke keer dat een heterodoxe bisschop het probeerde te verkrijgen, mislukte het.
|